Effectieve communicatie is essentieel voor managers tijdens reorganisaties. Reorganisaties zijn vaak ingrijpende processen die leiden tot veranderingen in de organisatiestructuur en de directe taken en werkzaamheden van medewerkers. Als manager is het belangrijk om op een duidelijke en transparante manier te communiceren over deze veranderingen om de betrokkenheid en motivatie van medewerkers te behouden. Waar mogelijk is het aan te raden zo specifiek mogelijk te zijn. Geef daarom antwoord op vragen zoals; ‘Wat gaat er de komende tijd gebeuren?’, ‘Wat kan ik verwachten?’, ‘Wat verandert er voor mij?’ en ‘Wat verwacht je van mij na de reorganisatie?’.
Een effectieve communicatiestrategie begint met het in kaart brengen van de doelgroep. Managers moeten begrijpen wie er precies getroffen wordt en welke informatie deze groep nodig heeft. Door informatie op maat te leveren die aansluit bij de behoeften van de medewerkers, kan een manager de boodschap beter laten aansluiten bij het publiek.
Om de boodschap effectief over te brengen aan medewerkers, is het belangrijk om deze helder en begrijpelijk te formuleren. Managers moeten rekening houden met de achtergrond, het kennisniveau en ervaring van de medewerkers en complexe informatie in begrijpelijke taal uitleggen. Daarnaast is het ook belangrijk om te benadrukken wat er niet gaat veranderen, om zo onzekerheid en angst bij medewerkers weg te nemen.
Communicatie moet ook tweerichtingsverkeer zijn. Medewerkers moeten de ruimte krijgen om vragen te stellen en feedback te geven. Managers moeten openstaan voor deze feedback en deze meenemen in hun beslissingen. Dit vergroot het gevoel van betrokkenheid en vertrouwen van medewerkers. Maar vraagt ook ruimte in je eigen agenda, dus zorg dat je die hebt. Vaak is het management al weken bezig met voorbereidingen voor een reorganisatie, maar krijgen medewerkers onvoldoende tijd om aan het idee te wennen. Geef daarom medewerkers de ruimte die zij nodig hebben om hun feedback te geven, zorgen te uiten en hun vragen te stellen.
Uiteindelijk moeten managers de communicatie blijven monitoren en aanpassen waar nodig. Een reorganisatie is een dynamisch proces en nieuwe ontwikkelingen kunnen leiden tot veranderde inzichten. Door de communicatie hierop aan te passen, blijft de boodschap relevant en up-to-date.
Samenvattend: Effectief communiceren tijdens een reorganisatie begint met het in kaart brengen van de doelgroep, het formuleren van een heldere boodschap, het mogelijk maken van tweerichtingsverkeer en het monitoren en aanpassen van de communicatie. Dit geeft medewerkers een gevoel van betrokkenheid en vertrouwen, waardoor de kans op succesvolle afronding van de reorganisatie wordt vergroot.
Alleen dan kunnen medewerkers met een duidelijk beeld en een goed gevoel de toekomst tegemoet gaan.
Medewerker betrokkenheid onderzoeken laten zien dat meer dan 70% van de medewerkers niet betrokken of bevlogen is. Dit is een belangrijke taak voor leiders. Niet voor niets luidt de uitspraak: “Medewerkers verlaten geen bedrijven, maar slechte managers”. Studies tonen ook aan dat mensen eerder een organisatie verlaten vanwege een slechte manager dan vanwege het salarisniveau.
Genoeg redenen om met leiderschap aan de slag te gaan en gelukkig zijn er al veel organisaties die dat doen. Niet alle trajecten zijn even succesvol en leiden weinig tot daadwerkelijk effectiever leiderschap. Succes in deze trajecten wordt namelijk bepaald door het meenemen van input van de eigen medewerkers van de leidinggevende.
Er zijn 3 fasen voor een succesvol leiderschap ontwikkeltraject: richting bepalen, interventies en volharden.
De eerste fase is “Richting bepalen”. In deze fase is het belangrijk om het strategisch doel van de organisatie en het gedrag dat nodig is om dit te bereiken te bepalen. Daarnaast moet er een aangepast leiderschapsprofiel worden gemaakt. In dit leiderschapsprofiel is beschreven wat de visie van de organisatie is op leiderschap, zodat leiders weten wat van hen wordt verwacht. Het kan ook worden gebruikt om de juiste leiders aan te trekken. De rol van de directie is om de richting van de organisatie te bepalen, maar het is het meest effectief als input van de medewerkers vraagt. Met deze input kan het gezamenlijke doel en het leiderschapsprofiel worden aangescherpt en wordt het iets van de gehele organisatie. Dit vergroot de acceptatie en de kans op succes
Als het gezamenlijke doel helder is en het leiderschapsprofiel klaar is, kan de tweede fase, “Interventies”, beginnen. Er zijn ontelbare interventies die kunnen worden gebruikt, aangepast aan de organisatie. Het pakket van interventies moeten altijd vier componenten bevatten:
Iedereen op één lijn krijgen en teamwork verhogen is van cruciaal belang. Alle leiders binnen de organisatie moeten de gedeelde doelstelling begrijpen en uitdrukken. Om meer respect tussen hen te bevorderen, moeten ze elkaar leren kennen en inzicht krijgen in elkaar. Dit vormt een belangrijk fundament voor leiderschap, maar leidt niet automatisch tot verbeterd leiderschap.
Kennisontwikkeling rond leiderschap is ook cruciaal. Er is heel veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar leiderschap en toch zijn er heel veel leidinggevenden die het vak zijn ingerold zonder enige opleiding. Ze putten uit hun eigen ervaringen en de voorbeelden die ze bij anderen hebben gezien.
Leidinggeven is een vak waarin je heel veel kunt leren. Door zich te ontwikkelen, kunnen leiders leren over de verschillende theorieën die in het veld worden gebruikt en hoe ze met elkaar in verband staan. Deze kennis kan hen helpen hun skills set uit te breiden. Maar het verkrijgen van deze kennis leidt nog niet direct tot beter leiderschap.
Als het gaat om het zelfinzicht van leiders, heb je feedback nodig van mensen die je leiderschap ontvangen. Hoe gedetailleerder en specifieker de feedback, hoe effectiever deze zal zijn. Om te bepalen of je als organisatie effectieve leidinggevenden hebt, kun je kijken naar de resultaten van het medewerkers betrokkenheid onderzoek. Hoewel het op organisatieniveau een prima beeld schetst, biedt het echter geen duidelijk beeld van hoe een individuele leider presteert. Om een beter inzicht te krijgen in de prestaties en effectiviteit van een individuele leider, is het het beste om gesprekken te voeren tussen de leider en de medewerkers. Daarnaast kan het gebruik van een 360-gradenfeedbackmodel, zoals de Circumplex Leadership Scan 360, een uitgebreid inzicht bieden in de prestaties en effectiviteit van de leider.
Zodra de inzichten uit de feedback zijn verkregen, is het essentieel om verbeteracties te bepalen. Verbeterdoelen moeten worden vastgesteld op basis van de verzamelde feedback en kennis, met als einddoel het oorspronkelijke doel te bereiken. Als de leidinggevende direct met zijn of haar doelen aan de slag gaat, dan kan er in de ogen van de medewerkers al binnen enkele weken een zichtbare verandering teweeg worden gebracht.
De derde fase gaat over “Volharding”. Het is menselijk om terug te vallen in oud gedrag, waardoor deze fase het moeilijkst is. De intenties van de voorgestelde gedragsverandering zijn vaak echt wel goed. Maar als een leidinggevende na een aantal dagen weer terugvalt in oud gedrag en niemand spreekt de leidinggevende daarop aan, dan moet je wel heel veel zelfdiscipline hebben om te blijven volharden.
Hier kun je wel wat aan doen: Maak het op de eerste plaats een vast onderdeel van de overleggen die de leidinggevende met zijn of haar eigen leidinggevende heeft. Doelen moeten worden afgesproken met de naaste hogere en deze vraagt regelmatig naar de voortgang, dan wordt het door de externe druk veel eenvoudiger om te volharden. Als de naaste hogere verzuimt hiernaar te vragen, dan verdwijnt de urgentie naar de achtergrond en is de kans groot dat iemand terugvalt in oud gedrag.
De leider moet verder helpen om de volharding te bevorderen door met de teamleden af te spreken wat de leider anders zal doen en hen aan te moedigen om naar de leider te komen als deze terugvalt in oud gedrag. Als medewerkers dit niet doen, is het verleidelijk om het beoogde veranderingsproces uit het oog te verliezen.
Vanaf 2020 is het aantal vacatures toegenomen terwijl de werkloosheidscijfers zijn gedaald. Dit heeft geleid tot spanning op de Nederlandse arbeidsmarkt (CBS, 2022). Werknemers hebben daardoor veel mogelijkheden om over te stappen naar andere werkgevers. In een recent onderzoek van McKinsey (2022) beoordeelden werknemers drie aspecten van werknemerservaring als meest en even belangrijke argumenten om een baan op te zeggen:
Hieruit blijkt dat werkgevers moeite hebben om werknemers de juiste ondersteuning en het juiste perspectief te bieden.
We zien zowel in theorie als in de praktijk dat er meerdere lagen van acties zijn die een werkgever moet uitvoeren om werknemers voor langere tijd te behouden.
Terwijl de grote verscheidenheid aan vacatures en de mogelijkheid om over te stappen naar andere bedrijven een gunstige ontwikkeling is voor werknemers en werkzoekenden, zijn werkgevers minder tevreden met deze veranderde arbeidsmarkt. Een normale reactie van bedrijven is dan ook om actie te ondernemen om huidige werknemers zoveel mogelijk te behouden. Maar wat doen werkgevers om ervoor te zorgen dat hun huidige werknemers langer bij het bedrijf willen blijven?
Historisch gezien is een van de meest voor de hand liggende instrumenten voor een manager om een werknemer te behouden, het voorstellen van betere primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden dan de concurrent of uiteindelijk het doen van een tegenbod aan de werknemer die wil vertrekken (HBR, 2022). Dit is een snelle reactie van de manager – zoals het geven van bonussen, promoties, subsidies of voordelen – om tijdelijk weer een gevoel van controle te krijgen over de beschikbaarheid van middelen binnen de afdeling. Dit instrument is dus vooral gericht op de korte termijn en richt zich minder op de lange termijn.
De beste primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden of het doen van een tegenbod is geen “one size fits all”-oplossing voor elke situatie. Maar hoe moeten de gevallen die niet passen worden aangepakt?
In het algemeen kunnen we stellen dat de motivaties van werknemers de afgelopen tien jaar zijn veranderd van traditioneel (wat werknemers vroeger belangrijk vonden in een baan, zoals een goed salaris) naar minder traditioneel. Wat werknemers vroeger belangrijk vonden in een baan verschilt van wat zij nu belangrijk vinden. Volgens het onderzoek van HBR (2018) zijn er drie belangrijke motivatoren: carrière, gemeenschap en oorzaak.
1. Carrière
Loopbaan is gericht op het hebben van autonomie, het benutten van je sterke punten en leren & ontwikkelen tijdens het werk. Het is de intrinsieke motivatie die werknemers drijft om voor een bepaalde werkgever te werken. Het geven van autonomie aan werknemers levert veel voordelen op, zoals het ervaren van een hogere arbeidssatisfactie, het stimuleren van creativiteit en innovatie en een cultuur van vertrouwen (Betterup, 2021).
2. Gemeenschap
Gemeenschap gaat over het gevoel gerespecteerd, verzorgd en erkend te worden door anderen. Dit punt heeft alles te maken met inclusie: het creëren van een omgeving waarin mensen zich kunnen manifesteren als wie ze zijn om hun unieke talenten en perspectieven te waarderen.
3. Oorzaak/Doel
Deze derde motivator heeft te maken met de missie, de visie en het doel van de organisatie. Medewerkers willen zich met die principes kunnen identificeren. Nog belangrijker is dat zij de drang voelen om een betekenisvolle impact te maken met de werkactiviteiten die zij uitvoeren.
Hoewel deze waardevolle inzichten bij de meeste werkgevers bekend zijn, vinden ze het moeilijk om ze in de praktijk te brengen. Als HR Consultancy maakt Quintop mensen en organisaties succesvoller door HR Transformatie te leveren met passie, kwaliteit en een hands-on mentaliteit.
Met 25 jaar ervaring in het vak hebben we veel ervaring met de uitdaging om werknemers te behouden. In dit artikel delen we enkele voorbeelden van onze eigen ervaringen door de jaren heen en ons model ”De Piramide van het behouden van medewerkers”.
Maar de vraag blijft: wat werkt wel en wat werkt niet om medewerkers te behouden? Om deze vraag te beantwoorden riepen we de hulp in van twee partners van Quintop: Marja van den Tweel en Wilco Bontenbal. Beiden hebben jarenlange ervaring in nationale en internationale bedrijven.
Wat werkt niet?
We vroegen hen eerst wat zij merken uit de praktijk dat niet werkt om medewerkers te behouden. Wilco noemde dat in het verleden de focus lag op financiële beloningen, zoals het aanbieden van een hoger salaris, bonussen of kortingen. In de banksector werd bijvoorbeeld vaak een hypotheekkorting aangeboden. Bedrijven hebben in de loop der jaren echter de negatieve gevolgen van deze beloningen gezien. Het personeelsverloop werd weliswaar aanzienlijk verminderd, maar tegelijkertijd haalden de motivatie, de prestaties en het genereren van nieuwe ideeën van hun werknemers niet het verwachte niveau.
Ook Marja bevestigde dit: “Ik geloof niet dat mensen uiteindelijk voor het salaris werken. Het is slechts een deel van de vergelijking. Proberen werknemers te behouden door alleen salaris is helemaal niet duurzaam.” Sommige organisaties hebben zulke goede salarisvoorwaarden dat werknemers het gevoel hebben dat ze niet weg kunnen. In wezen werken mensen niet alleen voor het geld, maar als er te veel betaald wordt, werken mensen alleen daarvoor. In zulke gevallen ontbreekt het hen aan intrinsieke motivatie en presteren ze dus niet zoals verwacht.
Wat werkt wel?
Allereerst zijn Marja en Wilco het er beiden over eens dat er een bepaalde mate van sociale en financiële zekerheid moet zijn, voordat men zich volledig kan richten op de instrumenten om werknemers te behouden. Zo moet er een gezonde en veilige werkomgeving zijn met concurrerende arbeidsvoorwaarden. Daarnaast moet de cultuur die je wilt nastreven passen bij de medewerkers die je wilt behouden, zodat je je middelen en activiteiten daarop kunt afstemmen.
Marja stelde ook dat mensen worden gedreven door waardering en voldoening. Deze twee begrippen liggen heel dicht bij elkaar: “Je doet werk waar je blij van wordt, terwijl je iets bereikt. Uiteindelijk word je daarvoor gewaardeerd. Ik heb dit mijn hele werkzame leven gezien. Omdat ik al meer dan 10 jaar manager ben, zijn de volgende vragen altijd heel belangrijk geweest: Maakt je werk je gelukkig? Kun je er je doelen mee bereiken? En word je daarvoor gewaardeerd?” De manager speelt hierin een cruciale rol. Daarom zou leiderschapsontwikkeling de focus van elk bedrijf moeten zijn. Bijvoorbeeld: Een bedrijf in de dienstensector heeft een uitgebreid leiderschapsprogramma dat elke people manager moet volgen. Hierdoor heeft het bedrijf zeer competente managers die goed leiderschap tonen en dit doorgeven aan hun medewerkers, de potentiële toekomstige managers.
Wilco was het hiermee eens. Naast een werkgever die voorziet in de basisbehoeften van een werknemer – een prettige en veilige werkomgeving waarin bijvoorbeeld ergonomische bureaustoelen, goede faciliteiten en de mogelijkheid om thuis te werken beschikbaar zijn – heeft de manager een belangrijke rol. Dat laatste betekent in de praktijk goede gesprekken voeren en actief vragen naar hoe de medewerker zich voelt, wat zijn of haar ambities zijn, etc. Op die manier is er ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en kun je er als werkgever voor zorgen dat je je medewerker zo goed mogelijk faciliteert in de tijd dat deze bij de organisatie werkt. Wilco stelde bijvoorbeeld: “Managers moeten zich bijvoorbeeld realiseren dat medewerkers soms willen doorgroeien naar hogere of andere functies dan de organisatie voorziet, dus stel de vraag: hoe kunnen we dat faciliteren?” Hij heeft momenteel een project bij een bedrijf dat per groep in de organisatie – zoals high potentials, young professionals of ervaren managers – bekijkt hoe ze deze medewerkers kunnen helpen om door te groeien naar andere of hogere functies.
Wat is er veranderd?
Volgens Wilco betekent mensen behouden niet langer dat men ze 20 jaar wil vasthouden, maar eerder een kortere termijn. Werknemers zijn veel gevoeliger geworden voor jobhoppen en kennis opdoen bij meerdere bedrijven dan bij één of enkele bedrijven. Bovendien kan deze constatering zelfs in uw voordeel werken als bedrijf, vanwege de toegankelijkheid van zeer competente mensen.
Daarnaast wordt zingeving – vooral onder jonge professionals – steeds belangrijker bij het kiezen van een baan, zoals het leveren van een positieve bijdrage aan het milieu of het nastreven van goede doelen. Werknemers willen trots zijn op de organisatie waar ze werken.
Er is nu niet per se een gouden regel, zoals die er in het verleden misschien wel was via financiële compensatie zoals salaris, hypotheekkorting of hogere bonussen. Het is een feit dat het gemiddelde personeelsverloop binnen een organisatie veel hoger is dan tien jaar geleden. Onze ervaring is dat werkgevers moeten accepteren dat werknemers snel willen groeien in hun carrière, ook binnen andere bedrijven.
En als het algemeen management de kans wil vergroten om werknemers (langer) te behouden, zorg er dan voor dat de werknemers trots kunnen zijn op het bedrijf en de baan die ze hebben. Dit kan door te kijken naar wat de bijdrage van het bedrijf is aan de wereld, maar vooral door dit te vertalen naar wat de bijdrage van de werknemer is aan deze doelen.
Deze visual is een weergave van onze belangrijkste bevindingen die wij “De piramide van het behouden van werknemers” noemen. Om werknemers (langer) te behouden, zul je eerst in de basisbehoeften moeten voorzien, maar als bedrijf ben je idealiter ook bezig met het doel van het bedrijf.
Download hieronder de whitepaper
Referencies:
CBS. (2022, November 03). Spanning op de arbeidsmarkt. https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-arbeidsmarkt/spanning-op-de-arbeidsmarkt
McKinsey. (2022, October 23). Gone for now, or gone for good? How to play the new talent game and win back workers. https://www.mckinsey.com/capabilities/people-and-organizational-performance/our-insights/gone-for-now-or-gone-for-good-how-to-play-the-new-talent-game-and-win-back-workers
HBR. (2022, May 11). The downsides of making a counteroffer to retain an employee. https://hbr.org/2022/05/the-downsides-of-making-a-counteroffer-to-retain-an-employee
HBR. (2018, February 20).The three things employees really want: Career, Community, Cause. https://hbr.org/2018/02/people-want-3-things-from-work-but-most-companies-are-built-around-only-one
Betterup. (2021, December 3). Autonomy at work is important (now more than ever). https://www.betterup.com/blog/autonomy-in-the-workplace
Verandering is niet zo eng als sommigen misschien denken, aldus Wilco: “Het lijkt moeilijk omdat mensen verlangen naar wat ze al kennen, maar dat betekent niet dat mensen niet bereid zijn te veranderen. Goede begeleiding en een duidelijk gecommuniceerde visie zijn essentieel om succes te boeken.” Makkelijker gezegd dan gedaan, zou je denken. ”Door de jarenlange ervaring in het veld kunnen we de verandering beheersbaar maken, zonder schade en altijd met de focus op verduurzaming. Je wilt immers vooruit”, legt Sanne uit.
Maar hoe doen we dat? Om ons leven, en dat van de opdrachtgever, wat makkelijker te maken, hebben we de Quintop werkwijze in zes praktische stappen gezet. Bij Quintop gebruiken we deze zes stappen om onze opdrachtgevers te begeleiden bij wat soms een onmogelijke opgave lijkt. Want waar begin je? En hoe ga je om met weerstand? Volg deze zes stappen:
De beste en meest overtuigende manier om mensen aan boord van een verandering te krijgen, is ervoor te zorgen dat iedereen weet waarom de verandering moet plaatsvinden.
Stel jezelf de volgende vragen:
– Wat gaat er vandaag niet goed en welke schade brengt dit aan ons bedrijf? Kunnen we met deze schade leven, of kan het (serieuze) schade aanrichten?
– Waar gaat business verloren en/of waar zit (onnodige) frustratie in processen of uitkomsten?
– Waar zie je kansen voor de business en/of werkwijzen?
Na het besef waarom er behoefte is aan verandering, is het belangrijk om j visie te creëren en te definiëren. Begin met het hele verhaal, en focus op de volgende aspecten:
– Waarom doe je wat je doet?
– Welke resultaten hebt u voor ogen?
– Zorg ervoor dat werknemers de verschillende aspecten van de verandering begrijpen en hoe ze samenhangen (indien van toepassing).
– Geef medewerkers voldoende tijd om het te begrijpen en aan boord te komen.
Kies goed hoe jij jouw organisatie aan boord haalt. Deel de visie en verhaallijn met leiderschap, people managers en medewerkers. Vergeet niet dat tegen de tijd dat je als leider het overtuigende verhaal hebt gecreëerd en aan boord bent, (people) managers en medewerkers het voor het eerst horen en misschien wat tijd nodig hebben om aan boord te komen. Denk er dus aan dat je ‘één waarom’ en ’tal van wat’s’ moet hebben.
Er gaat niets boven participatie om mensen mee te krijgen in verandering(en). Na het creëren van een duidelijke visie is het belangrijk om doelstellingen te bepalen over hoe je jouw visie kunt realiseren. De visie wordt top-down gecreëerd door het management. Om hem praktisch en volledig te maken, moet je je medewerkers erbij betrekken. De doelstellingen worden best bottom-up bepaald.
Om medewerkers te helpen bij het vertalen van de visie naar doelstellingen, richt je je op het feitelijke werk dat zij doen:
Zorg voor de juiste governance en structuur:
Leiders zijn altijd belangrijk binnen een organisatie. Bij het doormaken van een verandering wordt dit nog duidelijker. Creëer de juiste omgeving voor leiders en medewerkers om hun teams door veranderingen te leiden:
Met duidelijke en meetbare doelstellingen en een gestructureerd beheer kun je de voortgang van je verandering gaan meten:
Het volgen van deze zes stappen gaat je organisatie helpen, maar staat of valt met gewoon ‘volhouden’, aldus Sanne: ”Blijf het goede voorbeeld geven en maak een plan om door te zetten. Neem de tijd om oud gedrag, weerstand en sabotage van de nieuwe manieren van werken te zien en aan te pakken en verduidelijk het verwachte gedrag. Het is belangrijk om geduld te hebben en vast te houden aan het gekozen pad als je wilt dat het succesvol is.” ”Daar ben ik het mee eens en wil daar graag aan toevoegen om te vertragen; neem de tijd om te zien wat er gebeurt en handel daarnaar!”, vult Wilco aan.
Enkele richtlijnen voor leiders in de organisatie om de verandering optimaal te verankeren en naar het nieuwe normaal toe te werken: